Aveleijn

Saar Weber (consultant Effectory) praat met Bert Beijen (regiodirecteur en waarnemend bestuurder Aveleijn) over VGN (Vereniging Gehandicapten Nederland) en medewerkersonderzoek. “Wat meteen opviel is dat Aveleijn op alle onderwerpen (behalve beloning) boven het gemiddelde van andere VGN-organisaties scoort. Vooral de hoge score op leidinggevende en ontwikkelingsmogelijkheden springt hier uit”, vertelt Weber enthousiast.

Aveleijn

Het medewerkersonderzoek van Effectory voldoet aan de PSA-eisen, maar biedt meer: een benchmark met andere VGN-organisaties en een helder algemeen beeld van de werkbeleving. Een belangrijke meerwaarde!

Ruim 1600 medewerkers van Aveleijn bieden aan ruim 2300 cliënten ondersteuning en ontwikkeling bij wonen en dagbesteding. Bij Aveleijn staat de cliënt centraal. Het doel is cliënten de best mogelijke zorg te bieden en hen stimuleren zich verder te ontwikkelen. Oplossingsgericht werken is hierbij het uitgangspunt.

Medewerkersonderzoek van Effectory: een belangrijke meerwaarde voor VGN-organisaties

“Wat is de aanleiding waarom Aveleijn een medewerkersonderzoek heeft uitgevoerd?”, vraagt Weber. Beijen: “Het werd tijd om binnen Aveleijn, als onderdeel van de Risico Inventarisatie en evaluatie (RI&E) een Psychosociale arbeidsbelasting onderzoek (PSA onderzoek) te houden. Om betrouwbare resultaten te krijgen is gezocht naar een externe partij die dit onderzoek kon uitvoeren. Tijdens een bijeenkomst van de VGN over medewerkertevredenheid kwam Effectory, naast een aantal andere partijen naar voren. Het bleek dat het onderzoek van Effectory voldoet aan de PSA, waarmee ons belangrijkste doel behaald wordt. Daarnaast bood het onderzoek meer: namelijk een benchmark met andere VGN-organisaties en kregen we een algemeen beeld van de werkbeleving van onze medewerkers. Dit bood een belangrijke meerwaarde. De organisatie heeft een aantal tumultueuze maanden achter de rug en het is dan ook goed om te weten wat de medewerkers vinden.”

Hoge respons

“Wat is het meest opvallende geweest gedurende het onderzoek?”, vraagt Weber. Beijen: “De hoge respons. Hiermee ervaren we grote betrokkenheid bij de organisatie, transparantie en de wens om te komen tot verbeteringen. Het valt op dat er zeer goede scores worden behaald op vrijwel alle thema’s. De enige uitzondering daarop is de betrokkenheid bij Aveleijn als organisatie. Een belangrijke oorzaak hiervan is het decentrale karakter van de organisatie. Medewerkers werken zelfstandig op kleinere locaties. Hierdoor is de betrokkenheid bij de organisatie kleiner. De betrokkenheid bij de locatie en de cliënt is wel erg groot. Aveleijn vindt die betrokkenheid ook het belangrijkste. Verder zijn we erg tevreden met de hoge cijfers.”

Verbeteringen

Weber: “Welke verbeteringen zijn doorgevoerd naar aanleiding van het onderzoek?” Beijen: “Het is nog te vroeg om dit te beantwoorden. Er is een traject ingezet om per locatie te kijken naar de verbeterpunten. Het zijn mooie cijfers op organisatieniveau, maar verdieping van de resultaten en onderzoek op lokaal niveau is noodzakelijk om verder inzicht te verkrijgen. Zowel op MT-niveau als op clusterniveau worden de resultaten kritisch bekeken, met behulp van de werkbladen van Effectory. Uiterlijk in oktober levert ieder cluster een verbeterplan aan, op basis van de resultaten. Dan wordt concreet duidelijk welke veranderingen worden doorgevoerd.”

Strategische keuzes

Beijen: “Ik kan wat betreft strategische keuzes ook nog geen grote punten te noemen. De analyse van de resultaten laat zien dat medewerkers positief reageren op het stertakenbeleid; men ervaart voldoende doorgroeimogelijkheden door de taakverbreding die is ingezet. In die zin is dat een steun om met dit beleid verder te gaan. Dit is een eerste beslissing die mogelijk wordt gevolgd door anderen, afhankelijk van de analyses die op dit moment worden gemaakt.”