Beste Werkgever Sint Jozefoord: Een sterke organisatie is de optelsom van individuen

Danny Paulich

De zorginstelling Sint Jozefoord is uitgeroepen tot de Beste Werkgever van 2016, in de categorie ‘Non-Profit – minder dan 1000 medewerkers’. Directeur-Bestuurder André Groot Bluemink fietst onder zijn bureau, wil ook zijn medewerkers sterk maken en is sterk beïnvloed door de Bijbel: ‘Naastenliefde is voor mij geen hol begrip.’

Beste Werkgever Sint Jozefoord: Een sterke organisatie is de optelsom van individuen

1. Wat is de grootste mazzel in uw carrière?

‘Mazzel? Daarvan probeer ik niet afhankelijk te zijn. Als ik ergens binnenkom, bekijk ik wat er aan de hand is, maak een verslag en betrek iedereen bij de oplossing van het probleem.’

2. En de grootste tegenslag?

‘Kan ik ook niet zeggen. Soms zit het mee, soms tegen.’

3. Welk voorwerp in uw kantoor zegt het meest over uw persoonlijkheid?

‘Eigenlijk zegt mijn hele kamer iets over mij, maar als ik iets moet noemen, is het mijn deskbike. In Zweden zie je ze al heel veel, hier ook steeds meer: de fiets onder het bureau. Bewegen is heel belangrijk. Hiervoor werkte ik voor een GGZ. Daar organiseerden we loopgroepen voor mensen in een depressie. Mensen die meeliepen hadden duidelijk korter durende klachten. Sint Jozefoord is een verpleeghuis. Mensen komen hier voor hun laatste levensfase. Ik wil dat ze die laatste maanden of jaren zo gezond mogelijk doorbrengen. En datzelfde geldt ook voor onze medewerkers.’

4. Wat maakt iemand een goede leider?

‘Een sterke organisatie is de optelsom van individuen, niet het organogram. Dus je moet de medewerkers sterk maken. Dat wil zeggen gezond, en je moet ze het gevoel geven dat ze ertoe doen.’

5. Waar let u op bij een sollicitatiegesprek?

‘Ik geef één of twee casussen. Dit en dit is het probleem en hoe ga je daarmee om? Ik let erop of mensen vragen stellen, eerst het probleem goed in kaart brengen en niet voordat ik mijn zin afgemaakt heb al met drie oplossingen komen.’

6. Welk boek heeft de meeste invloed op uw persoonlijke/professionele leven gehad?

‘In mijn jeugd, de Bijbel. Mijn vader is jong overleden, mijn moeder was een sterk gelovige katholieke vrouw. Haar leven was vol van het geloof en dat heeft ze mij doorgegeven. Ik ben geen frequente kerkganger, maar naastenliefde is voor mij geen hol begrip. Ik probeer betekenisvol te zijn voor de mensen in mijn omgeving. Op professioneel vlak heeft Human Resource Management van Maslow veel voor me betekend. Daaruit heb ik geleerd dat als de medewerkers zich ontwikkelen, ook de organisatie zich ontwikkelt.’

7. Bent u altijd een alfaman geweest of heeft uw leiderschap zich ontwikkeld?
‘Een alfaman wordt vaak verward met iemand met veel babbels. Sommigen drukken uit dominantie anderen weg. Dat is niet mijn stijl. Ik wil mensen tot wasdom laten komen. Vroeger was en ook nu ben ik wel vaak degene die organiseert. En natuurlijk aanvoerder bij het voetbal.’

8. Op welke verandering in de organisatie bent u het meest trots?

‘Toen ik hier kwam, heb ik rondetafelgesprekken en heidagen georganiseerd om over de organisatie en het werk te praten. “Moet dat nou?”, dachten mensen. “We moeten handen aan het bed hebben.” Nu zeggen de medewerkers: “Wanneer is er weer een bijeenkomst?” Omdat ze nu mee mogen praten, nemen ze ook hun verantwoordelijkheid. Dat leidt tot goede zorg, maar ook wordt er geen geld meer over de balk gesmeten.’

9. Wie zou u graag eens willen ontmoeten en wat zou u hem/haar vragen?
‘Ik heb geen verlanglijstje.’

10. Van welk ander bedrijf zou u ooit nog weleens directeur willen zijn?

‘Ooit is het juiste woord. Ik heb het hier heel erg naar mijn zin. Mijn roeping is een organisatie die in de problemen zit weer sterk te maken. Chaos omvormen tot een gestroomlijnde organisatie. Dat zal dan wel in de zorg zijn. Ik zie mezelf niet snel voor Coca-Cola werken. Hoewel ik op zich niets tegen het bedrijfsleven heb.’