Universiteitsmedewerkers willen studenten en de kwaliteit van het onderwijs graag centraal stellen, maar krijgen hier maar matig de ruimte voor. Dat blijkt uit recent onderzoek van Effectory, uitgevoerd onder ruim 10.000 medewerkers van 5 universiteiten en onder wetenschappelijk personeel van 4 academisch medische centra in Nederland. Zij beoordelen de mate waarin studentgericht werken prioriteit krijgt in hun organisatie met het rapportcijfer 6,0. In andere branches krijgt klantgerichtheid veel meer prioriteit, het landelijk gemiddelde is een 7,2.
Studentgericht werken krijgt weinig prioriteit binnen Universiteiten
De afgelopen weken is volop in het nieuws geweest hoe studenten van de UvA het Maagdenhuis en het Bungehuis bezet hebben. Hun belangrijkste eisen: investeren in de kwaliteit van het onderwijs, democratische verkiezingen van het universiteitsbestuur en het stopzetten van onderwijshervormingen. Studentgericht werken dus, in plaats van rendementsgericht. Uit het onderzoek blijkt dat studentgerichter werken ook de voorkeur heeft van de universiteitsmedewerkers (waaronder bestuursleden, hoogleraren, docenten en facilitaire medewerkers). Toch lukt dit universiteiten minder goed dan andere branches. Hoe komt dat?
Nadruk op efficiëntie
Timon Visser, consultant bij Effectory gespecialiseerd in medewerkersonderzoek, legt dit uit. “Universiteiten hebben vaak de doelstelling om te zorgen voor genoeg budget. Noodgedwongen, omdat zij anders niet kunnen voortbestaan. Dit betekent in de praktijk concreet: zoveel mogelijk studenten opleiden tegen zo laag mogelijke kosten en zoveel mogelijk artikelen produceren. Universiteiten moeten functioneren als bedrijven, zo efficiënt en winstgevend mogelijk. Dat is zonde, want van oorsprong willen universiteiten gewoon onderwijs van goede kwaliteit leveren. In gesprekken met medewerkers geven zij aan dat dit hun primaire drijfveer is.”
Werkdruk
Uit de cijfers blijkt ook dat medewerkers hun werkdruk relatief hoog vinden. 57% van de universiteitsmedewerker is tevreden over zijn of haar werkdruk, terwijl dit in andere branches gemiddeld 65% is. Ruim 40% heeft het gevoel dat er op dit gebied verbetering mogelijk is. “Dit is waarschijnlijk ook een gevolg van de nadruk op efficiëntie en productie”, vertelt Visser. “Medewerkers moeten zich met allerlei administratieve en bedrijfskundige zaken bezig houden.”
Doelstellingen
De stelling ‘Ik sta achter de doelstellingen van mijn universiteit’ wordt tenslotte beoordeeld met een 6,5. Een voldoende, maar opnieuw veel lager dan het landelijk gemiddelde. In andere branches geven medewerkers een 7,2 voor de mate waarin zij achter de doelstellingen van hun organisatie staan. “Universiteits-medewerkers willen het liefste terug naar de kern. Zij willen een bijdrage leveren aan het opleiden van jonge mensen”, besluit Visser. “Dit komt op alle gebieden naar voren. Dat is namelijk de reden dat zij voor de universiteit als werkgever gekozen hebben.”