Twee geheimen van succesvolle zelfsturende teams

Floor Lewin

Als teamcoach van zelfsturende teams help ik medewerkers en teams met hun performance. Het valt mij op dat in mijn gesprekken met medewerkers twee vragen vaak de boventoon voeren: ‘Wie ben ík’ en ‘Wie bén ik’? Teams waar ruimte is om deze vragen te bespreken, presteren beter.

Twee geheimen van succesvolle zelfsturende teams

Wie ben ík?

Wanneer mag ik mijn mond open doen? Wanneer kan ik leiderschap tonen? Wie mag ik tegen spreken? Wie ben ík eigenlijk om daar iets van te vinden? Dit soort twijfels en afwegingen horen bij deze vraag.

Ik zie vaak terughoudendheid bij medewerkers. Dit heb ik ook gezien bij hiërarchisch georganiseerde organisaties, maar bij zelfsturende teams valt het me extra op. Ik zie dat door zelfsturing de overtuiging ontstaat dat iedereen gelijk is. En dát veroorzaakt vervolgens de overtuiging dat je je gelijk op moet stellen ten opzichte van je collega’s. Mensen die jonger zijn of die kort in dienst zijn, vinden dat ze nog niet het recht hebben om zich uit te spreken. Daar tegenover staat dat medewerkers die langer in dienst zijn, hun kennis niet altijd in durven zetten omdat ze bang zijn te dominant over te komen. Ze hebben het gevoel dat ze daarmee hun collega’s niet gelijkwaardig behandelen. De leiding nemen voelt als afbreuk doen aan zelfsturing. Teams waar een goede balans is tussen medewerkers die zich durven te uiten, zijn teams waarbij de medewerkers elkaar, hun processen en producten, continue blijven verbeteren.  

Wie bén ik?

Is de vraag die gaat over; waar ben ik eigenlijk goed in? Waar wil ik me in ontwikkelen? Wat is mijn toegevoegde waarde? Wat is mijn missie? Wat wil ik betekenen voor deze wereld?

Medewerkers worstelen hier op steeds jongere leeftijd mee. Op zich geen slechte ontwikkeling. Hoe eerder je dit gaat onderzoeken, hoe sneller je in je kracht kan komen. Tegelijkertijd kan levenservaring juíst zorgen voor versnelde antwoorden op deze vragen. Dat betekent dat deze zoektocht op jonge leeftijd best lastig kan zijn. Toch is die zoektocht heel relevant voor de prestatie van een team. Medewerkers die al een beeld bij deze vraag hebben, hebben meer zelfvertrouwen en kunnen beter beslissingen nemen. Ik zie dat ze zich bewust zijn van functies en taken die goed bij ze passen. Deze medewerkers komen in hun kracht, voelen zich gelukkiger en gaan hierdoor beter presteren. Dit is uiteraard goed voor de performance van het hele team.

Een succesvol zelfsturend team

Om een succesvol zelfsturend team te zijn, is het dus belangrijk dat mensen de tijd krijgen om te investeren in persoonlijke ontwikkeling. Dat resulteert in medewerkers met zelfvertrouwen die doen waar ze blij van worden en goed in zijn.

Daarnaast is het heel belangrijk om het thema leiderschap te bespreken. Juíst in een zelfsturend team. Het hoeft dan niet te gaan over 1 iemand die de leiding neemt, maar over iedereen die de leiding mag nemen over datgene waar hij of zij kennis over heeft. Wat voor leiderschap heeft het team nodig? En wat zijn iedereens verwachtingen en kwaliteiten op dit gebied? Als je dit gesprek met elkaar voert, zul je zien dat er natuurlijke leiders op gaan staan die als katalysator voor de performance van het team zorgen. Want als medewerkers van een zelfsturend team ben je gelijkwaardig, maar hoef je niet altijd gelijk te zijn.