Wat maakt woningcorporaties succesvol? Bij bloeiende en goed scorende corporaties zijn altijd twee factoren aanwezig: energie en richting. Organisaties met gemotiveerde, gedreven mensen, die weten wat het doel is waar ze aan bijdragen, presteren het beste. “Het lijkt erop dat er veel energie en richting aanwezig is in de woningsector, want de tevredenheid is hoog, ver boven het landelijk gemiddelde,” aldus Rianne van der Meer, consultant bij Effectory en gespecialiseerd in onderzoek bij woningcorporaties.
Veel energie en richting in corporatieland
Effectory is een belangrijke speler op het gebied van medewerkersonderzoek, klantenonderzoek en intern klantenonderzoek. “Gemeentes, multinationals of ziekenhuizen: elke organisatie is gebaat bij heldere feedback van medewerkers en klanten,” zegt Van der Meer. Met name woningbouwcorporaties spreken haar aan: “Corporaties moeten steeds effectiever en meer resultaatgericht werken. Dus verwachten zij meer ondernemerschap van hun medewerkers. Medewerkers worden beoordeeld en aangesproken op de resultaten. Die andere aanpak doet iets met de medewerkers en heeft onder andere heftige cultuurveranderingen tot gevolg. Wij onderzoeken wat de invloed daarvan is op de tevredenheid van de medewerkers.”
Helpt om organisatie vorm te geven
Woningbouwcorporaties hechten grote waarde aan dit soort onderzoeken, onderstreept Van der Meer:”Zo’n onderzoek geeft niet alleen een beeld van hoe hun corporatie ervoor staat, maar het helpt hen ook om hun doelstellingen te realiseren en hun organisatie te veranderen. Om een nieuwe organisatie vorm te geven, is het bijvoorbeeld erg nuttig om te weten hoe medewerkers zich voelen en hoe zij staan in de organisatie.”
Hoge betrokkenheid
Van der Meer vindt woningbouwcorporaties vooral interessant, omdat veel medewerkers enorm betrokken zijn bij hun organisatie en bij de maatschappij als geheel. “Dat is vaak meer dan in profit-organisaties. Die hoge betrokkenheid zien we bij vragen als ‘Wat maakt het werken leuk?’: Veelgehoorde antwoorden zijn dan: ‘Het contact met de klant, de huurder en er voor hem kunnen zijn, iets kunnen betekenen voor de mensen en de wijk. Corporatiemedewerkers stellen duidelijk meer doelen voor zichzelf en voor hun organisatie dan in andere sectoren. Zij willen een bijdrage aan de samenleving kunnen leveren en zijn zich bewust van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Overigens constateert Van der Meer wel een lichte teruggang in de betrokkenheid van corporatiemedewerkers. “Dit is slecht een kleine daling, maar het niveau blijft hoog. Wij zien dat wel vaker gebeuren bij veranderende werkzaamheden. Medewerkers zien niet altijd meteen in, dat een andere werkwijze effectiever en aantrekkelijker is voor bijvoorbeeld de klant.”
Waardering
Wat dat betreft, is de corporatiesector een bijzondere branche. Van der Meer: “Corporatiemedewerkers geven hun organisatie een hogere waardering dan wat medewerkers van andere organisaties geven. Woningbouwcorporaties vertonen een gemiddelde score van 6,5, terwijl 5,7 het landelijk gemiddelde is. Met het oog daarop vragen steeds meer corporaties of wij hun organisatie niet alleen met andere woningbouwcorporaties willen vergelijken, maar ook met commerciële organisaties. Zo willen zij hun corporatie nog duidelijker profileren en neerzetten als een prettige plek om te werken.”
De waardering van de medewerkers betreft onder andere het functioneren van de corporatie als organisatie en daarnaast gaat het over arbeidsomstandigheden, beloning en dergelijke. “Even over die beloning”, vult Van der Meer aan, “uit ons onderzoek blijkt dat het niveau van het salaris niet veel effect heeft op de betrokkenheid van de medewerkers. Zij waarderen hun corporatie hoog op gebieden als effectiviteit, leiderschap, klantgerichtheid, actiebereidheid en op hun ontwikkelingsmogelijkheden.”
Voorbeeldrol
Ook over de leidinggevenden binnen hun organisatie zijn de corporatiemedewerkers te spreken. “Ze zijn ook in dit aspect positiever dan medewerkers van andere organisaties. Dat is natuurlijk enorm belangrijk. Want leidinggevenden hebben een voorbeeldrol, zij zijn cruciaal om medewerkers te motiveren mee te gaan in de veranderende organisatie. Onze onderzoeken tonen aan dat leidinggevenden binnen corporaties hun medewerkers meer positieve feedback en meer vertrouwen geven, dan wat gemiddeld in Nederland gebruikelijk is. Bovendien is er weinig beweging te zien binnen functies en het verloop is laag.” Van der Meer vindt dit opvallend: “Dat hadden we eigenlijk anders verwacht. Naast een sociale hebben corporaties nu een meer zakelijke kant gekregen, met meer eigen verantwoordelijkheid voor de medewerkers. Dan verwacht je een andere, misschien wel hardere, aansturing, maar blijkbaar weten de leidinggevenden de resultaatgerichte werkwijze prima in te bedden in hun bestaande aanpak.”
Eilandcultuur
Niet op alle fronten scoren woningbouwcorporaties hoger dan ‘Nederland’. “Hier en daar is sprake van een zekere eilandcultuur en hier en daar kan de samenwerking tussen sommige, veelal fysiek afzonderlijke, afdelingen beter. De serviceafdeling bijvoorbeeld is vooral gericht op de klant, terwijl ondersteunende afdelingen meer op effectiviteit zijn gericht. Er is veel te winnen op het gebied van communicatie. Binnen corporaties vinden medewerkers het nogal eens lastig om elkaar op zaken aan te spreken. Soms is het eenvoudigweg te gezellig… Maar de laatste jaren is dat wel verbeterd en is de samenwerkingsgraad omhoog gegaan. De score stond eerst op 5,0 (tegenover het Nederlands gemiddelde van 5,4), maar dit cijfer staat nu ook op 5,4. Wij stimuleren de corporaties continu om met de resultaten aan de slag te gaan en het is mooi om te zien dat zij dat ook daadwerkelijk doen. Dat onderstreept dat er veel energie en richting binnen de sector aanwezig is.”
Bron: Housing Insights, een uitgave van Goo Media